Tienerzwangerschap is helaas een gebeurtenis die steeds vaker voorkomt. De laatste jaren worden in Nederland tussen de 4000 en 4500 meisjes tussen de 15 en 19 jaar zwanger, dat is 10 per 1000 meisjes in die leeftijdsgroep. Van iedere tien zwangerschappen worden er zes uitgedragen, de andere vier eindigen in een abortus. Er worden dus jaarlijks ruim 2000 meisjes voor hun 20ste jaar moeder. Slechts een enkele keer wordt een kind afgestaan ter adoptie. Volgens zeer globale schattingen wonen er rond de 4000 en 8000 tienermoeders in Nederland. 

Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder per 1000 vrouwen tussen 15-19 jaar

 Zowel voor de draagmoeder, de familie en het kind is tienerzwangerschap een onaangename ervaring. Het kind houden of niet houden blijft een vreselijke beslissing.

Tienerzwangerschap wordt als een  maatschappelijk probleem gezien, omdat veel mensen bij de situatie betrokken zijn. De moeder zelf natuurlijk (hoe kijkt zij tegen de situatie aan, wil zij het kindje houden?), de vader (wil hij wel vader zijn en wil hij ook echt voor het kindje zorgen?), het kindje zelf (moet het in leven worden gehouden, of wordt het uit de buik gehaald?), familie (hoe kijken zij tegen de situatie aan en zijn zij bereid om elkaar te steunen?), de overheid ( wordt er geld uitgekeerd aan de (alleenstaande) moeder en wat voor zorg kunnen zij aanbieden?) en natuurlijk verschillende organistaties die zowel de moeder, de vader en het kindje opvang kunnen bieden. De zwangerschap vergt veel tijd en geld, waar meestal niet alleen de ouders voor kunnen zorgen en de overheid vaak in moet springen.